Componist: Eric Ball
Publicatie: Festival Series No.314

Dit werk is gebaseerd op Psalm 139, vers 7-12.

Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen, hoe aan uw blikken ontkomen? Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar. Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad, al ging ik wonen voorbij de verste zee, ook daar zou uw hand mij leiden, zou uw rechterhand mij vasthouden. Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht,’ ook dan zou het duister voor u niet donker zijn – de nacht zou oplichten als de dag,  het duister helder zijn als het licht.

Eric Ball heeft geprobeerd met dit werk de sfeer te benaderen die hij had bij het lezen van deze Psalm. Als hoofdmotief gebruikt bij daarbij de melodie van het lied “Still, still, with Thee” (Altijd met U). Aan deze melodie wordt verschillende keren gerefereerd, maar wordt pas tegen het eind van het werk in zijn geheel gehoord.

Als tegenhanger van het hoofdmotief gebruikt de componist een, wat hij noemt, hemels motief; een aantal misterieuze maten die worden gehoord in cornets, horns en trombone en die bedoeld zijn als herinnering aan de altijd Aanwezige.

Na de introductie van het hoofdmotief en het zogenaamde hemels motief volgt het eerste deel: The Imprisoned Spirit (De gevangen ziel). Verschillende door elkaar gebruikte ritmische figuren staan symbool voor de ziel die zich gevangen voelt en wil ontsnappen. Tegen het eind van dit deel komt weer het hemels motief dat leidt naar het tweede deel: The Heart’s Grief (Verdriet van het hart). In dit deel komt de ziel tot het besef dat wij mensen niet zonder de aanwezigheid van God in ons leven kunnen. De tekst van het gebruikte lied zegt:

Als onze hoofden gebogen zijn in eerbied en onze bittere tranen stromen,
Als we rouwen om onze verloren dierbaren, Here Jezus, komt u dan nabij.

Weer volgt het hemels motief dat leidt naar het laatste deel: Tribulation (De beproeving). In de muziek staat hierbij een verwijzing naar Johannes 33 vers 16:

Ik heb dit gezegd opdat jullie vrede vinden bij mij: jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld, maar houd moed: ik heb de wereld overwonnen!

Dit gedeelte staat symbool voor alles wat in het leven op ons pad kan komen en de verleidingen die wij onder ogen krijgen. Maar ondanks alle onrust dringt het besef aan dat de gevangen ziel niet om de eeuwige Aanwezige heen kan. Dit komt tot uiting in de uitwerking van het hoofdmotief, waarvan de tekst zegt:

Zo zal het uiteindelijk zijn op die schone morgen, als de ziel ontwaakt en de levensschaduwen verdwijnen. In dat uur, schoner dan de morgenstond, zal de glorieuze gedachte rijzen: Ik ben een met U!

Nog eenmaal wordt gerefereerd aan het hoofdmotief, waarna het stuk in alle rust en eenvoud eindigt: Ik ben een met U.